Mouraki boulders, Otago Peninsula & Catlins
Donderdag 2 januari vertrekken we naar de oostkust: een lang stuk rijden, genietend van het voorbijtrekkende landschap. We gaan dan eerst een stukje noordwaarts voor lunch en de Mouraki boulders: tientallen best grote keien met een opvallend ronde vorm op het strand, aantrekkelijk voor iedereen om op te poseren en, zonder of met mensen, fotogeniek. Daarna rijden we in één keer door naar de beoogde camping, waar gelukkig nog plek is. We proberen het programma voor morgen te maken, maar komen er niet uit met de foldertjes en de websites. We besluiten om de volgende dag bij het infocentre de hulptroepen in te zetten.
Zo gezegd zo gedaan, de volgende ochtend in Dunedin regelen we drie tours! We rijden daarna Otago Peninsula op, nemen de high road en zien al heuvels, wat kliffen en de zee. We wandelen bij Sandfly Bay door de duinen naar het strand en weer naar boven door het zand. Er staat enorm veel wind, valt vooral op. We doen nog een wandelingetje en zien veel watervogels. Op Taiaroa Head lunchen we en zien maar weer eens de NZ fur seals. In het Royal Albatross Centre begint de eerste tour in een zaaltje met uitleg bij dia's en een filmpje. Dan gaan we naar buiten, kijken vanuit een observatieruimte met glas over de klif en de zee: we zien enkele albatrossen vliegen of op hun nest. Tot slot nog een rondleiding door de tunnels van Fort Taiaroa met uitkijkpost, klein museumpje en de 'Disappearing Gun', een kanon dat uit de grond kan opduiken, vuren en weer in zijn kuil zakken en wereldwijd het enige nog functionerende kanon op zijn originele plek is. Daarna rijden we naar Penguin Place, waar we kort informatie krijgen over de zeldzame geeloogpinguin. We horen dat we er met geluk één of twee zien. We lopen kort door de opvang, waar enkele pinguïns te zien zijn. Vervolgens rijdt de gids ons met een aftands busje naar het reservaat en leidt ons via een ingenieus gangenstelsel vlug naar de eerste uitkijkpost. We zien een pinguïn op het strand, nog veraf maar goed, het is er één. Dan snellen we naar de uitkijkpost bij het nest met kuiken, want die is er, mét een ouder en we zien die echt van heel dichtbij! Dan zien we er vandaar nog eens twee uit de zee het strand over waggelen. In totaal dus 5 gespot! Dat was voor de gids zelfs een record, zij was ook helemaal enthousiast. We rijden terug naar Taiaroa Head, waar we op de parkeerplaats in de, door wind schuddende, campervan koken. Na het eten staat de blue penguin op het programma, de kleinste pinguïnsoort die er bestaat. We staan bij zonsondergang vol verwachting op het platform van Pilots Bay. Om 21.55u spoelt de eerste aan. Uiteindelijk waggelen ze in tientallen vanuit zee over de keien, in het zwakke lichtschijnsel, vlak onder ons naar hun nesten. Om 22.30 rijden wij met ons nest terug naar Dunedin.
Zaterdag uitslaapdag. Goh, het lijkt wel vakantie. We trekken door naar de Catlins. Eerste uitstap: Nugget Point, waar de vuurtoren prachtig staat op een klif, veel wind, woeste zee met rotsblokken met ook weer NZ fur seals daarop. We zien ook lepelaars op een rots in zee en een rotsplateau met poeltjes waarin baby NZ fur seals leren zwemmen. Alle dieren van vrij veraf, dus geen foto's. Volgende stop: kort loopje door bos naar de over brede terrassen vallende Purakaunui Falls. Tot slot een korte nature walk bij Lake Wilkie, schattig bosmeertje. We arriveren bij de camping en in het restaurant erbij is het happy hour! We nemen gelijk een biertje en snack, proost! Even slapen en lezen, koken en eten in de campingkitchen.
Om de hoek bij de camping lopen we door het bos naar de Mc Lean Falls, best mooi. Daarna rijden we een flink stuk door tot Curio Bay. Hier wandelen we eerst over een pad met informatie over de twee hier levende pinguïns. Dan zien we de gefossilliseerde resten van een 160 miljoen jaar oud bos uit de juratijd. Het lijkt gewoon een rotsplateau, maar je blijkt er stamstompjes in te zien. Vervolgens nog door 'living forest', ook aanplant voor de bedreigde geeloogpinguïn. Tot slot kijken we bij Porpoise Bay, waar vaak Hectordolfijnen zijn. Helaas! In Curioscape lunchen we en horen dat de Hectordolfijnen er altijd zijn, maar niet altijd zichtbaar ... We gaan nog eens kijken en zien er twee, maar ver weg. Dan rijden we naar dé topattractie van de Catlins, sowieso alleen bereikbaar met laag water, dus de getijden vooraf gecheckt, maar bij de ingang van de Cathedral Caves staat: 'Closed due to unsafe sea conditions'. Balen! We rijden iets verder en lopen nog maar de eerste beste wandeling die we tegenkomen, de Nature and old Logging Tramway Walk, een rondje door bos met infoborden. Leuk, maar het zijn geen Cathedral Caves … Als we nog een dag langer blijven, kunnen we misschien morgen …
… Nee, we blijven niet, want de kans op slechte condities vanmiddag is groot met dit onstuimige weer in de Catlins. We rijden dus weer verder richting de westkust, maar doen onderweg nog twee laatste uitstapjes. Eerst Slope Point, het zuidelijkste puntje van (het vasteland van) NZ. Wat een wind en wat een woeste zee! Het waait hier vaker zo hard - we zien veel schuin gegroeide bomen. Daarna nog Waipapa Point: een vuurtoren en mooi door de wind gevormde bomen, waar je onder kan kruipen als in een hut. Ook hier een woeste zee en veel wind, die gelukkig minder wordt als we doorrijden richting Fiordland.
Reacties
Reacties
Zeker fotogeniek: de boulders, de pinguins, de natuur in het algemeen én jullie natuurlijk!
Liefs
Wauw, mooi! En herkenbaar!!!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}